Flax is an annual plant which grows to 60 - 100 cms. The length of the plant is important because it equals the length of the fibres. The plant blossoms with white or light blue flowers. After the blossoming, small seed boxes remain. When these have ripened, the flax is harvested. It is pulled out of the soil with the roots to keep the fibres as long as possible. After drying, the seed boxes which included the linseed, are removed. Then, the stems of the plants need to rot for 10 days in water or on the fields where dew and rain make sure they get wet. During rotting, the pectin which keeps the fibres together is broken down. After drying the fibres have to be separated from the wood-like core: the stems are broken and the straw is separated by hitting. In the final step, the fibres are combed and the last remains of the straws are removed. Only the longest and most beautiful fibres remain. These can be spun into threads and fine linen. The short fibres are used to make coarse linen and rope.
Hoe maak je linnen uit vlas (NL)?
Vlas is een eenjarige plant die 60-100 cm hoog wordt. De lengte van de plant is belangrijk, omdat dit tevens de lengte van de vezel is. De plant bloeit met witte of lichtblauwe bloemen. Na de bloei blijven de zaadbolletjes over. Tegen de tijd dat deze rijp zijn, wordt het vlas geoogst. Het vlas wordt met wortel en al uit de grond getrokken om de vezels zo lang mogelijk te houden. Als het vlas droog is, wordt het 'gerepeld', waardoor de zaadbolletjes, met daarin het lijnzaad, worden verwijderd. Daarna moeten de stelen van de plant ongeveer 10 dagen ‘roten’ (rotten), in water of op het land waar ze door de dauw en de regen nat worden. Tijdens het roten wordt de pectine afgebroken die de vezels bij elkaar houdt. Na het roten wordt het vlas gedroogd. Vervolgens moeten de vezels en de houtachtige kern van elkaar worden gescheiden. Dat gebeurt door middel van ‘braken’ en ‘zwingelen’, het breken van de stelen en het eruit slaan van het stro. De laatste stap is het ‘hekelen’, waarbij de bossen vlasvezel over een kam worden gehaald. Daardoor worden de laatste restjes stro verwijderd en blijven de mooiste en langste vezels over. Deze kunnen worden gesponnen tot draden en geweven tot fijn linnen. Van de korte vezels wordt grof linnen en touw gemaakt.